Wie, wat, waar, hoe en wanneer?
In 1992 is Chantal Barten afgestudeerd als logopedist/akoepedist aan de Hogeschool van Amsterdam, opleiding logopedie/akoepedie.
Na gewerkt te hebben in het ziekenhuis, op een logopedisch centrum, in het verpleeghuis en in het voortgezet onderwijs, besloot zij in 1995 te gaan werken in het speciaal basisonderwijs.
Sinds die tijd heeft zij zich in haar behandelingen voornamelijk gericht op de bevordering van de communicatie bij leerlingen die communicatief beperkt zijn. Hierbij heeft zij altijd goed de ontwikkelingen binnen haar vakgebied gevolgd en is zij altijd op zoek geweest naar hulpmiddelen binnen de behandeling, om de communicatie te bevorderen.
Sinds 2000 is zij zich gaan specialiseren in logopedie en autisme. Zij heeft hiervoor verschillende symposia, workshops en cursussen gevolgd. Binnen het speciaal basisonderwijs heeft zij een bestaand sociaalvaardigheidsprogramma “auti-vriendelijk” herschreven.
Vanuit de leerkrachten kwam de vraag naar hulpmiddelen om de communicatie met kinderen met autisme te bevorderen. Tijdens het geven van de herschreven sociaalvaardigheidstraining heeft zij de door haar ontwikkelde, bestaande en aangepaste communicatiehulpmiddelen getoetst aan de praktijk. Dit bleek een enorm succes. Leerlingen gingen weer met plezier communiceren, ook al vonden ze dat soms heel erg moeilijk. Leerlingen gaven zelfs aan dat de “sova-training” hun lievelingsvak op school was.
Inmiddels geeft Chantal voorlichting, workshops en prsentaties als het de communicatie en autisme betreft.
In 2008 gaf de partner van Chantal, Jan Hetteling, haar het advies meer het de communicatiehulpmiddelen te gaan doen. Als het leerlingen zo kan helpen met communiceren, zouden zoveel mogelijk leerlingen daarvan moeten kunnen profiteren.
In 2009 presenteerde Chantal op de N.O.T. haar Communicatiekoffer en werd het contact gelegd met uitgeverij Averbode.
Het was uitgeverij Cego in Belgie die in 2011 besloot de eerste uitgave te realiseren. In 2015 heeft LogoComm de tweede versie van De communicatiekoffer in eigen beheer uitgebracht. In het voorjaar van 2025 zal de derde versie worden uitgebracht waarbij, naast autisme, extra aandacht wordt besteed aan kinderen met een taalontwikkelingsstoornis.
Kinderen hebben vooral behoefte aan hulpmiddelen in het twee- en driedimensionale vlak. Er is een visuele ondersteuning nodig, iets tastbaars, iets wat een houvast biedt in een gesprek.
Dit zijn de onderdelen van de koffer:
* Autisme in het kort * Communicatie en autisme * Communicatie en taal * Communicatietips * De communicatiekoffer ter ondersteuning van de logopedie * Communicatiehulpmiddelen * Communicatiehulpbladen: stappenplannen, ondersteund met picto’s, gericht op de communicatie
Ik weet hoe luid ik mag praten.
Ik ben in staat mijn gevoel te verwoorden en door erover te praten kan ik beter betekenis geven aan mijn gevoel.
Ik kan een gebeurtenis duidelijk verwoorden door alle belangrijke informatie te geven. Zo begrijpt mijn gesprekspartner goed wat ik beleefd heb.
Naar aanleiding van een conflictsituatie kan ik rustig evalueren, zodat ik in de toekomst, in een vergelijkbare situatie, in staat ben anders te reageren.
Ik weet hoe lang ik mag praten
Ik ben stil als een ander de beurt heeft.
Ik heb het doosje, dus het is mijn beurt om te praten.
Op school
(tijdens de sociale vaardigheidstrainingsles)
Mike komt al boos de logopedieruimte in. Hij gaat aan de grote tafel zitten met zijn handen onder zijn hoofd en kijkt boos. “Wat is er?”, vraagt Chelsea. “Niks” snauwt Mike. Als de kinderen alle 6 aan de grote tafel zitten leg ik op het bord de indeling van de les uit. Ik geef aan dat ik denk te kunnen zien hoe Mike zich voelt en zeg daar bij; “Maar ik wil het toch even zeker weten en dus vraag ik het je: “Mike hoe voel je je vandaag?” Mike pakt de gevoelenskaart aan en doet zijn knijper zonder te spreken op boos. Hij schuift de gevoelenskaart van zich af. Ik pak de praatpuzzel erbij in het tweedimensionale vlak (Mike heeft de puzzel in echte stukjes niet meer nodig) en begin te vragen. Wat? is er gebeurd. dat maakt dat je boos bent? Mike begint te vertellen. In de klas waren ze net bezig met een knutselopdracht. Ze zijn een houten paard aan het figuurzagen en nu krijgt hij hem natuurlijk nooit meer af omdat hij met mij mee moest naar sova! Ik pak de gesprekskaart erbij en vraag Mike of de overige groepsleden met hem mee mogen denken om te komen tot een oplossing. Mike stemt hiermee in.
Uiteindelijk, na de praatpuzzel te hebben doorlopen en de gesprekskaart te hebben ingevuld komt Mike tot de volgende oplossing. Na de sova-les vraagt hij zijn meester of hij op een ander moment op deze dag zijn knutselopdracht mag afmaken. Aan het einde van zijn beurt geeft hij aan dat hij nog een beetje boos is. Maar veel minder dan in het begin van de les, voegt hij eraan toe. Hij schuift zijn knijper op Blij. “Ik heb ook nog wat leuks beleefd” zegt hij met een lach op zijn gezicht. “Mag ik dat ook nog vertellen?”
In de klas
Het is maandagochtend. De leerlingen zitten in de kring. Juf schuift de praatmeter op 3. Deze stond nog op 0 omdat de leerlingen net stil gelezen hebben toen ze de klas inkwamen. Juf geeft het praatdoosje aan Rick, stelt de praatwekker in op 2 minuten en vraagt hem: ”Rick, hoe was jouw weekend?” Rick pakt het doosje aan en begint te vertellen over wat hij het weekend allemaal beleefd heeft.
Thuis
De moeder van Bas bekijkt bij thuiskomst zijn schoolmap. Er zit een kopie in van de ingevulde gesprekskaart. Wanneer de moeder van Bas aan hem vraagt hoe het was op school heeft ze, met behulp van de gesprekskaart, een idee over wat er gebeurd is. Zo nodig kan ze er met Bas over spreken.
Tijdens het avondeten gebruikt het gezin van Bas het “om-de-beurt-praten-doosje”. Het avondeten was altijd een drama omdat alle kinderen (3) wilden vertellen over hun schooldag. Bas hield geen rekening met zijn broer en zus en zo ontstond er altijd een vervelende sfeer. Nu ze het doosje gebruiken, waarbij ook de vader en moeder van Bas hun verhaal vertellen met behulp van het doosje, komt iedereen aan de beurt en is er een veel meer ontspannen sfeer.
Een fantastisch hulpmiddel voor de communicatie met kinderen van 5 tot 12 jaar met speciale aandacht voor kinderen met autisme en/of een taalontwikkelingsstoornis.